Triggerpoints

Wat is een myofasciaal triggerpoint?
Een myofasciaal triggerpoint (in de volksmond een spierverharding genoemd) is een zeer drukpijnlijke plek in een dwarsgestreepte spier. Het is een vergissing aan te nemen dat het probleem zich voordoet op de plaats waar de patiënt de pijn aangeeft. Kenmerkend symptoom van een triggerpoint is namelijk dat de pijn doorgaans op een andere plek geregistreerd wordt. De pijn en andere symptomen, die door triggerpoints worden veroorzaakt, komen doorgaans in voorspelbare patronen voor. Met de kennis van deze patronen zijn triggerpoints gemakkelijk te vinden en uit te schakelen.
Onder myofasciale pijn verstaat men klachten in het houding- en bewegingssysteem die worden veroorzaakt door de aanwezigheid van myofasciale triggerpoints.

  • Bewegingsbeperking en/of stijfheidspierklachten
  • Gewrichtspijn
  • Krachtsvermindering
  • Pijnklachten en pijnvermijdingsgedrag
  • Vegetatieve reacties zoals zweten, duizeligheid, licht in het hoofd, wazig zien, rillerig zijn of koude handen.

  • Acute (verkeerde beweging, ongeluk) of chronische (langdurig verkeerde houding) overbelastingvan Rumpt
  • Langdurige overbelasting van weke delen, zoals RSI (bv. tenniselleboog) en bij sporters
  • Laesie van meerdere structuren zoals bij meniscus en hernia
  • Langdurige immobiliteit, bv. door gips
  • Psychologische factoren zoals stress, depressie, onrust, vermoeidheid
  • Voetafwijking
  • Interne oorzaken zoals chronische infecties, allergieën, endocriene tekortkomingen
  • Slaaptekort
  • Structurele veranderingen zoals verschillen in beenlengte
  • Strakke kleding, riem, dragen van een rugzak

Hoe zijn triggerpoints te herkennen?
De therapeut begint met het verkennen van het pijngebied. Hij zoekt uit welke spieren, in het voor die spier karakteristieke uitstralingsgebied, de pijn veroorzaken en hij onderzoekt die spieren.
De triggerpoints bevinden zich in de verharde strengen en voelen bij palpatie aan als een plaatselijke verdikking. De patiënt ervaart door de druk de herkenbare pijn. Tevens wordt er gekeken naar afname van spierkracht en spierlengte.

Therapie
De therapie zal gericht zijn op het inactiveren van de myofasciale triggerpoints, waardoor de strakke spierstrengen die verantwoordelijk zijn voor de toegenomen spierspanning, worden losgemaakt. De pijn zal hierdoor afnemen en de spier zal weer zijn normale lengte krijgen.

Therapeutische technieken.

  • cirkelvormige knedingen;
  • strijkingen met ijs gecombineerd met spierrekkingen;
  • warmte;
  • contractie – relaxatie (aan- en ontspannen);
  • ontspanning;
  • dryneedling.

Hoe zijn triggerpoints te herkennen?
De therapeut begint met het verkennen van het pijngebied. Hij zoekt uit welke spieren, in het voor die spier karakteristieke uitstralingsgebied, de pijn veroorzaken en hij onderzoekt die spieren.
De triggerpoints bevinden zich in de verharde strengen en voelen bij palpatie aan als een plaatselijke verdikking. De patiënt ervaart door de druk de herkenbare pijn. Tevens wordt er gekeken naar afname van spierkracht en spierlengte.

Therapie
De therapie zal gericht zijn op het inactiveren van de myofasciale triggerpoints, waardoor de strakke spierstrengen die verantwoordelijk zijn voor de toegenomen spierspanning, worden losgemaakt. De pijn zal hierdoor afnemen en de spier zal weer zijn normale lengte krijgen.

Therapeutische technieken.

  • cirkelvormige knedingen;
  • strijkingen met ijs gecombineerd met spierrekkingen;
  • warmte;
  • contractie – relaxatie (aan- en ontspannen);
  • ontspanning;
  • dryneedling.

Hoeveel behandelingen zijn er nodig?
Op deze vraag is geen eenduidig antwoord te geven. Ieder mens reageert nu eenmaal anders op de behandeling. Hoe resoluter een patiënt zijn veroorzakende en klachtonderhoudende factor(en) aanpakt, des te sneller zal blijvend en goed resultaat worden bereikt.
In het algemeen geldt: hoe langer de periode tussen het ontstaan van de klacht en het begin van de behandeling is, des te groter het benodigde aantal behandelingen.

Wat kan de patiënt zelf doen?
Belangrijk is om te ontdekken welke activiteit en/of houding precies de pijn veroorzaakt, en welke spieren hiervoor verantwoordelijk zijn. Ook is belangrijk welke factoren de klachten in stand houden. Daarbij valt te denken aan stress, verkeerde werkhouding etc. Vanzelfsprekend dient de patiënt een actieve rol te spelen in de behandeling door eventuele adviezen en oefeningen uit te voeren en actief mee te denken met de therapeut.